Het einde van het heelal en andere grijze gebieden

Ook al gingen de lessen over respect, gelijkheid, geloof en cultuur en meer van dat soort maatschappelijke thema's, toch wilde het gesprek nog wel eens afdwalen naar zoiets als het heelal.
Het heelal is fascinerend natuurlijk. Het heelal, alles om ons heen, zo ver als je je kunt voorstellen, en dan nóg veel verder. Al die ruimte, alle planeten, sterren, andere zonnestelsels die je van je leven nooit zult zien.

Het zal wel door het thema wetenschap/geloof zijn gekomen. Via de Big Bang ("Nee, niet die toren in Londen, die heet de Big Ben")... Op een gegeven moment begon een jongen over het heelal. En hij zei: "Eigenlijk is het heel gek. Dat er een einde aan het heelal zit. Want eigenlijk: wat is er daarachter dan?" Ik dacht yes. Hier hebben we een filosofisch moment te pakken.
En ik vroeg of hij zijn opmerking nog eens wilde herhalen zodat iedereen het tot zich door kon laten dringen. Ja, wat is er dan daarna?

Ik legde uit wat de snelheid van het licht was. Dat was: als ik hier nu een gloeilamp aansteek, hoe snel het dan aan het andere eind van de klas ook licht is geworden. Heel snel. Bijna onmiddellijk. Geluid is langzamer. Als ik hier in mijn handen klap duurt het heel kort voordat je het hoort daar aan het andere eind van de klas, maar langer dan de gloeilamp. Licht is veel sneller.
En volgens wetenschappers is het dus zo, legde ik uit, dat het heelal groeit (uitdijt), met de snelheid van licht. De grens (...) schuift steeds een stukje op. Maar ja, wat is er nou aan de grens van het heelal? We zouden het nooit kunnen zien. Want als we daar zijn, moeten we meteen weer met de snelheid van het licht nog een stap verder zijn.

Het was stil in de klas en de concentratie was hoog. "Maar misschien kunnen we ooit wel zo snel!" "Maar... Maar..." En dan nog, ook al waren we aan het einde, wat is het Niets eigenlijk? Een onderwerp waar kinderen ook zeer goed over kunnen filosoferen.
De meesten stonden gewoon paf.

Ook al hoorde het niet bij de thema's van identiteit, het heelal raakt de filosofische snaar, bij deze leerlingen van groep 8 op een 'zwarte' school in Amsterdam West. Geen antwoorden, maar gewoon pure fascinatie door dit mysterie. Het is misschien verwarrend, maar niet eng.

Zo heb ik ook gefilosofeerd met leerlingen van een gymnasium, 4e klas, over het begrip tijd. Is tijd iets in de wereld daarbuiten, of zit het in je hoofd? Bestaat het echt of niet? Velen schreven vervolgens een essay over het fenomeen tijd, en sommigen waren zo goed dat ze een 10 verdienden. Op de evaluatie las ik terug dat velen het heel interessant hadden gevonden. Wel lastig, maar ook heel interessant. Sommigen vonden het 'verwarrend', en eentje zei: "Het voelde raar aan." En dát is nou precies de bedoeling. Als het raar voelt, dan ga je buiten je vaste kaders denken. Dan breek je eventjes uit de zwart-wit realiteit vol waarheden die je voor jezelf hebt opgebouwd.

Daarom zoeken we, al filosoferend, steeds de grijze gebieden op. Niet alleen over het heelal of natuurkundige begrippen als tijd, maar ook over fundamentele vraagstukken over de omgang met elkaar. Daar waar de ene waarde met een andere waarde botst. Daar waar het niet zwart-wit is en de wetenschap geen antwoord biedt.
Leerlingen kunnen voor zichzelf een knoop doorhakken. Overtuigingen opbouwen. Meningen vormen. Maar in dat proces voelen zij dat er een grijs gebied is, waar een ander misschien kiest om iets ánders te geloven. Als een ander iets anders gelooft, is dat okee. Want ergens diep onder onze meningen zit een grijs gebied verborgen, waar alles wat je kunt doen is: je verwonderen en voor jezelf een knoop doorhakken.