Morele vorming, Michael Sandel

Filosofie en morele vorming gaat een steeds grotere rol in het onderwijs spelen. Niet omdat er geld over is voor een luxe hobby, maar omdat het leerzaam is. Misschien zelfs broodnodig. Als kinderen op school zitten om klaargestoomd te worden voor De Maatschappij, moeten ze behalve taal en rekenen, sociale vaardigheden en zoveel mogelijk algemene ontwikkeling qua wetenschap en cultuur, nog iets meekrijgen. En dat is: ze moeten zelf kunnen nadenken. Want uiteindelijk moeten zij zelf hun leven vormgeven. Ze moeten kunnen bepalen wat goed is en wat niet. Ze moeten beslissingen kunnen maken in hun eigen leven, maar ook meningen kunnen vormen over zaken in de wereld. Om te kunnen stemmen tijdens de verkiezingen bijvoorbeeld.

Filosoferen is een enorme vijl, waaraan je het eigen denken kunt scherpen. In Azië zitten de collegezalen vol, tijdens de inspirerende hersengymnastiek die filosoof Michael Sandel geeft, zoals deze week in een artikel in de Volkskrant (zie onder) was te lezen. Sandel behandelt ethische dilemma's en rafelt uiteen hoe het dilemma in elkaar zit, aan de hand van inbreng uit het publiek. Welke waarden er een rol spelen. De gegeven opties hebben allen een nadeel, en het is moeilijk om ze tegen elkaar af te wegen, omdat er verschillende waarden aan ten grondslag liggen. In een moreel dilemma kies je tussen twee (of meerdere) kwaden.

Stel je voor dat je al weken na een schipbreuk, met vier man op een bootje op de oceaan dobbert, en alle mannen hebben enorme hongen, mág je dan één iemand opofferen, om zijn vlees te kunnen eten?
Kies je voor het welzijn of het geluk van de 'meeste mensen'? Of mag je sommige regels gewoon NOOIT doorbreken, zoals de regel 'je mag niet moorden'.
Zijn sommige mensen belangrijker dan anderen? Is de kapitein aan boord 'belangrijker' dan de matroos? Maakt het uit 'hoe' je het doet, als je iets doet dat eigenlijk niet mag? Maakt het uit of je het weloverwogen doet, of dronken, of om te overleven, of na een democratisch overleg? En maakt 'spijt' veel goed?



In groep 8 worden er al morele waarden tegen elkaar afgezet, wanneer de filosofen van WonderWhy de leerlingen bijvoorbeeld vragen: "Wat zou je doen als iemand je vraagt wat je van een nieuw jurkje vindt, en jij vindt het jurkje toevallig afschuwelijk?" Kies je dan voor 'altijd eerlijk zijn' of voor 'niemand kwetsen'? Wat is belangrijker?
Kinderen zijn goed in staat om na te denken over dit soort concrete situaties. En ze leren dat het soms niet makkelijk is om een algemeen geldende regel te formuleren (zoals "je mag nooit liegen").

Wat Sandel in zijn colleges doet, is briljant, in onze ogen. Hij inspireert het publiek zélf een mening te vormen en bovendien te onderzoeken welke aannames er ónder die mening verscholen zitten. Voor jong en oud is dat leerzaam.
Je kunt leerlingen niet leren wat het Goede is om te doen, in veel gevallen. Wat je wel kunt doen is ze leren er over na te denken. Morele vorming bestaat dus niet alleen uit het verschaffen van een setje regels. Dat je niet mag moorden en stelen, dat weten we. Liegen is ook niet netjes. Sommige regels passen binnen een geloofssysteem, en sommige staan in de wet. Maar met regeltjes alleen ben je er niet. We maken geen robots van de kinderen, maar leren de kinderen zelf kritisch nadenken over ethiek. Zodat ze zelf in staat zijn te bedenken wat volgens hen het Goede is.

Of het nu gaat om het eten van vlees, het dragen van een hoofddoek, het accepteren van verschillen, het uitdragen van democratie, de rol van commercie, de invloed van media, de eigen wil en die van anderen, of op welke politieke partij ieder kind zodra het achttien is, zal gaan stemmen...
Het Goede blijft discutabel, maar laten we leerlingen opleiden om een gezonde, open discussie te blijven voeren, voor als ze later groot zijn.